In de nieuwe wet is er sprake van een oproepovereenkomst als de arbeidsomvang niet (geen afgesproken aantal uren, maar vaak een nuluren- of een min/max-urencontract) en de tijdseenheid (geen duidelijkheid tot wanneer de overeenkomst loopt) is afgesproken. Een oproepkracht heeft alleen recht op loon over de uren dat daadwerkelijk wordt gewerkt, waardoor de omvang van het loon telkens kan wisselen.
Een oproepkracht moet minstens vier dagen van tevoren, schriftelijk of elektronisch worden opgeroepen voor de werkzaamheden. Gebeurt dit op een kortere termijn dan vier dagen, dan hoeft de oproepkracht geen gehoor te geven aan de oproep. In een cao kan een kortere termijn worden afgesproken, maar wel ten minste 24 uur van tevoren. De oproepkracht dient voor ten minste drie uur aaneensluitend werk te worden opgeroepen, tenzij hij al een minimumurengarantie heeft van 15 uur per week.
De oproepkracht houdt het recht op loon over de duur van de oproep als de werkzaamheden (geheel of gedeeltelijk) minder dan vier dagen van tevoren worden afgezegd. Dit geldt ook indien het tijdstip wijzigt voor de werkzaamheden waarvoor de oproepkracht was opgeroepen. De oproepkracht houdt dan het recht op loon over de periode waarvoor deze in eerste instantie was opgeroepen.
Na twaalf maanden is de werkgever verplicht om binnen een maand een aanbod te doen voor een arbeidsovereenkomst met vaste uren. Deze uren moeten zijn gebaseerd op minimaal het gemiddeld aantal gewerkte uren over de afgelopen twaalf maanden. Alleen de uren die elkaar binnen zes maanden tijd opvolgden, tellen mee.
Voorbeeld: een oproepkracht is per 1 januari 2019 begonnen. In januari 2019 heeft de oproepkracht gemiddeld 36 uur per week gewerkt, maar in de maanden februari tot en met augustus is er niet gewerkt. Vervolgens heeft de oproepkracht van september tot en met 31 december 2019 gemiddeld 32 uur per week gewerkt. De werkzaamheden in januari 2019 tellen niet mee bij de berekening, want daarna is er zeven maanden niet gewerkt waardoor er geen sprake is van werkzaamheden die elkaar binnen zes maanden tijd hebben opgevolgd. Voor de berekening van het gemiddeld aantal uren tellen de uren vanaf september tot en met december 2019. De oproepkracht zal een aanbod moeten krijgen voor een arbeidscontract van minimaal 32 uur per week.
Een werknemer heeft een maand de tijd om dit aanbod al dan niet te aanvaarden. Aanvaardt de werknemer het aanbod dan geldt vanaf dat moment de nieuwe arbeidsomvang en is er geen sprake meer van een oproepovereenkomst.
Indien het aanbod voor een contract met vaste uren uitblijft dan heeft de oproepkracht recht op het loon van het gemiddeld aantal gewerkte uren per week gedurende de afgelopen twaalf maanden, ongeacht of de werknemer wordt opgeroepen voor de werkzaamheden.
Let op: overgangsregeling Voor oproepkrachten die per 1 januari 2020 langer dan een jaar bij dezelfde werkgever in dienst zijn geldt dat deze oproepkrachten vóór 1 februari 2020 een aanbod dienen te krijgen voor een vast contract. Elke werkgever die op dit moment al met oproepkrachten werkt krijgt dus in 2020, zodra de oproepkracht twaalf maanden werkzaamheden verricht, te maken met deze nieuwe regels.
Neem contact op
Bent u benieuwd naar onze toegevoegde waarde voor u? Laat hieronder uw gegevens achter, dan nemen wij zo spoedig mogelijk contact op voor een persoonlijke en vrijblijvende kennismaking.
Bel 0578 - 57 44 66 | |
Stuur een e-mail naar info@verax-accountants.nl | |
Deel op Facebook | |
Deel op LinkedIn |
Maak een afspraak voor een
adviesgesprek of bel 0578 - 57 44 66